In de paragraaf "weerstandsvermogen en risicobeheersing" zijn de algemene en specifieke risico's samengevat. Onder "risico" verstaan we het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (geen voorziening gevormd) en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De algemene risico's zijn in de paragraaf weerstandsvermogen toegelicht. De specifieke risico's per programma zijn in deze bijlage toegelicht. De schadekans van de risico's is aangeduid met mogelijk (er is een beperkte kans dat het risico zich voordoet) en waarschijnlijk (er is een kans dat het risico zich voordoet). Zodra de kans groot is dat het risico zich voordoet en er kan een inschatting gemaakt worden van het bedrag is altijd de afweging of we dan conform BBV voorschriften een 'voorziening voor toekomstige verplichtingen' moeten vormen. Dat is voor de onderstaande risico's niet aan de orde.
Risico's
Programma 0 - Risico: Afhandeling bezwaar- en beroepschriften
De afdeling bezwaar, beroep en klachten (BBK) behandelt alle bezwaren en beroepen die bij de gemeente binnenkomen, met uitzondering van de bezwaar- en beroepsprocedures voor gemeentelijke belastingen. Ook worden klachten van inwoners tegen gedragingen van ambtenaren behandeld. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in het stabiliseren van het aantal binnenkomende bezwaar- en beroepsprocedures en klachten en het wegwerken van de achterstanden. Ook in 2019 was sprake van een aanzienlijke toename van aantallen binnenkomende zaken. M.n. de gerechtelijke uitspraak in de vier voorbeeldzaken over Huishoudelijke Ondersteuning (HO) heeft in 2019 geleid tot een toename. Door middel van extra inhuur in 2019 zijn deze zaken afgehandeld en is de werkvoorraad inmiddels beheersbaar. Het risico van een (aanzienlijke) toename van aantallen is echter nog niet weggenomen. Zo kunnen beleidswijzigingen met een aanzienlijke impact van invloed zijn op de werkvoorraad.
Programma 0 - Risico: Archipel inzake project Gagelbosch
Vervallen
In oktober 2012 heeft het college besloten om bij het project Gagelbosch van SVVE De Archipel niet over te gaan tot het doorzetten van de subsidie van € 1.900.000. Archipel heeft hiertegen bezwaar in het kader van de AWB gemaakt. Dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard. Beroep bij de rechtbank is ongegrond verklaard. Bij brief d.d.18 juni 2015 heeft Archipel laten weten hiertegen niet in beroep te gaan bij de Raad van State, maar wel voornemens te zijn om een civiele bodemprocedure te starten waarin Archipel de gemeente aanklaagt voor een onrechtmatige daad en haar aansprakelijk stelt voor de schade die Archipel hierdoor heeft geleden. Vervolgens heeft het college op 24 november 2015 besloten om een mediationtraject in te gaan. Archipel heeft aangegeven geen mediation maar arbitrage te willen. Het college heeft vervolgens besloten niet in te stemmen met het voorstel tot arbitrage, wat er toe heeft geleid dat Archipel de gemeente heeft gedagvaard. Op 27 maart 2019 heeft de rechtbank alle vorderingen van Archipel afgewezen. Archipel heeft eind juni 2019 hoger beroep ingesteld. Dit heeft tot gevolg dat het proces in september 2019 verder in behandeling wordt genomen. Inmiddels heeft Archipel haar hoger beroep ingetrokken. Daarmee is de zaak gesloten en het risico verdwenen.
Programma 0 - Risico: Asbestsaneerder TR Ketelhuis Eindhoven
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 0 tot € 2,5 miljoen.
De curator van de failliete voormalig asbestsaneerder van het TR Ketelhuis Eindhoven, heeft in 2017 een claim ingediend bij de gemeente.
De rechtbank heeft 4 september 2019 uitspraak gedaan. Het faillissement van Horyon is niet veroorzaakt door de gemeente. Maar de gemeente heeft ten onrechte geweigerd de “meer-meerwerk” opdracht te verstrekken. De schade die daaruit voortvloeit zal in een aparte schadestaatprocedure moeten worden begroot. Er is dus nog geen concrete schadevergoeding toegewezen.
De gemeente heeft op 28 november 2019 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Hierna heeft de curator de gemeente gedagvaard in een schadestaatprocedure. Vervolgens heeft de gemeente bij memorie van eis in incident d.d. 11 februari 2020 het Hof verzocht om de tenuitvoerlegging van het rechtbank vonnis d.d. 4 september 2019 te schorsen. Dit omdat de gemeente van oordeel is dat de schadestaatprocedure moet worden geschorst zolang in hoger beroep nog wordt geprocedeerd over de schadeplichtigheid. Verder is de rechtbank verzocht om de aanhangige schadestaatprocedure naar de parkeerrol te verwijzen. Dat heeft de rechtbank inmiddels gedaan.
Het vonnis in incident wordt verwacht omstreeks mei/juni 2020.
Programma 0 - Risico: Claim Lidl planschade (bestuursrechtelijk)
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: 5% tot 10% van 1,58 miljoen.
Naar aanleiding van een eerste bestuursrechtelijke uitspraak van de Raad van State (8 februari 2017) zijn de gemeente en Lidl tot een minnelijke oplossing gekomen. Dit betreft een compensatie in natura, die is uitgewerkt in een vaststellingsovereenkomst (VSO), die beide partijen in maart 2019 hebben ondertekend. De bestuursrechtelijke procedure is hiermee per direct komen te vervallen. Echter, wanneer compensatie in natura door de gemeente Eindhoven niet slaagt, dient de gemeente Eindhoven Lidl in geld tegemoet te komen in een gefixeerde planschadevergoeding. Deze claim komt te vervallen bij het onherroepelijk worden van een nieuw bestemmingsplan voor de Hofdijkstraat. Planning: 1e kwartaal 2021.
Programma 0 - Risico: Claim Lidl vergunningen (civielrechtelijk)
Vervallen
Er is een claim van de Lidl vanwege inkomstenderving voor een ingetrokken vergunning voor een supermarkt aan de Hofdijkstraat 1. De gemeente en LIDL zijn tot een minnelijke oplossing gekomen. Dit is uitgewerkt in een vaststellingsovereenkomst (VSO), die in maart 2019 door beide partijen is ondertekend. Hierbij is vastgelegd dat de claim komt te vervallen als de benodigde vergunningen voor de realisatie van het Lidl-project onherroepelijk zijn verleend. Inmiddels zijn de benodigde vergunningen verleend en is voldaan aan de afspraken waarmee de claim is komen te vervallen.
Programma 0 - Risico: Gevolgen vennootschapsbelastingplicht (VPB)
Per 1 januari 2016 is onder druk van de Europese Unie de “Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen” in werking getreden. Dit betekent dat lagere overheden vennootschapsbelastingplicht (VPB) moeten betalen over de fiscale winsten die met ondernemingsactiviteiten worden behaald. De berekende VPB last voor de periode 2016-2019 is gebaseerd op aannames en interpretaties van de wet- en regelgeving. De vpb-aangiftes over 2016 en 2017 zijn ingediend bij de belastingdienst en de voorlopige aanslag over 2017 is ontvangen en betaald. Op onze balans hebben we, op basis van de berekende VPB last 2016-2019, de nog te betalen VPB last opgenomen. Omdat op dit moment op diverse onderdelen nog sprake is van open eindjes kunnen bij het indienen van de aanslagen 2018 en 2019 en bij vaststellen van de definitieve aanslag door de belastingdienst andere standpunten worden ingenomen, die leiden tot een andere uitkomst van de VPB last. De komende jaren kristalliseert de wet- en regelgeving en de afspraken met de belastingdienst zich verder uit waardoor het risico steeds verder zal afnemen. Vooralsnog nemen we een risico mee bij de berekening van ons weerstandsvermogen van afgerond € 1 miljoen.
Programma 0 - Risico: Ontbinding gemeentelijk kleding contract
In september 2016 is op initiatief van de gemeente het kledingcontract ontbonden. Hoewel op inhoud de leverancier de ontbinding lijkt te accepteren, heeft hij middels een brief een claim van € 95.000 bij de gemeente ingediend. Hierover vindt nu overleg plaats. Daarnaast staat er volgens de leveranciers nog € 32.000 aan facturen open van leveringen voor de ontbinding. Een maximaal financieel risico van € 127.000. De juridisch adviseur heeft zijn cliënt geadviseerd om naar de rechter te gaan. Vooroverleg met onze advocaat heeft aangegeven dat we een sterke zaak hebben, al is het nooit risicoloos.
Als gevolg van lopende beroepszaken bestaat een risico voor de daadwerkelijke OZB-opbrengst, hier is geen voorziening voor. Of het risico zich voordoet is afhankelijk van rechterlijke uitspraken. Het kan leiden tot negatieve correcties van belastingjaren 2017, 2018, 2019 en 2020 in boekjaar 2020.
Programma 2 - Risico: BTW risico bij realisatie fietsflat Neckerspoel
Er is mogelijk sprake van een niet verrekenbaar btw-risico bij Prorail, dat (deels) door de gemeente moet worden gedekt. De fietsenstalling wordt gebouwd onder de voorwaarden van het actieplan fietsparkeren, dat landelijk opereert. Het actieplan fietsparkeren raakt dan ook een groot aantal Nederlandse gemeenten. Om te voorkomen dat elke gemeente zelfstandig naar de inspecteur moet, of er een groot aantal identieke zaken aan de inspecteur van Prorail wordt voorgelegd, is door de VNG (in samenwerking met NS en Prorail) een brief met drie veel voorkomende situatieschetsen aan MinFin voorgelegd. Met dit eenmalig voorleggen zouden alle gemeenten en Prorail dan duidelijkheid verkrijgen. Onze fiscalist was hierbij betrokken. MinFin heeft VNG gevraagd deze brief in te trekken. Reden hiervoor was een evident kasrondje in een van de scenario’s. De casus fietsenstalling Neckerspoel achten wij (fiscalisten van gemeente en ProRail) dusdanig afwijkend dat deze normaal gesproken akkoord bevonden moet worden. Er wordt echter geen garantie gegeven, aangezien fiscale wetgeving interpretabel is en de aandacht er bij de inspecteur van Prorail vanwege de VNG-brief op gericht is. Vandaar dat wij dit risico benoemen en willen dekken. Het plan is gezamenlijk met Prorail de inspecteur van Prorail alsnog te informeren en gaande het proces de btw regulier terugvragen. Wanneer de fiscus hier niet mee akkoord is zal Prorail in samenwerking met ons hier tegen in bezwaar gaan. Het risicobedrag wat hiervoor nu geraamd staat is € 1.530.900,--. Uitgaande van de verdeling 50% Gemeente / 50% ProRail gaat het om € 765.450,--. De netto investering voor de gemeente zal met dit bedrag toenemen als de btw als niet verrekenbaar door de fiscus aangemerkt wordt.
Parkeerterrein ‘t Eindje is geen gemeentelijk eigendom, maar het betaald parkeren op dit terrein wordt wel door de gemeente geëxploiteerd. De eigenaren van dit terrein hebben het contract over de exploitatie en het beheer van het terrein met ingang van 1 maart 2018 opgezegd, omdat ze van mening zijn dat er achterstallig onderhoud is. Op dit moment vinden daarover onderhandelingen plaats met de eigenaren. Voor een mogelijke extra onderhoudsimpuls is bij de 2e turap van 2017 een bedrag gereserveerd. De onderhandelingen over de onderhoudswerkzaamheden lopen, maar de eigenaren van het parkeerterrein hebben ook de mogelijkheid om de exploitatie van dit parkeerterrein in eigen beheer te verzorgen. Als dat gebeurt, levert dat een structureel nadeel aan gederfde parkeerinkomsten op.
Programma 2 - Risico: Parkeren – BTW-plicht
Vervallen
Gemeenten zijn in principe niet belastingplichtig voor de btw, voor zover zij als overheid optreden. Naar aanleiding van een aangespannen zaak in Groningen is door de advocaat-generaal aan de Hoge Raad een advies uitgebracht, dat gemeenten verplicht zou stellen tot het afdragen van btw over haar parkeeropbrengsten. Volgens de advocaat-generaal leidt het aanmerken van de gemeente als niet-belastingplichtige, terwijl particuliere exploitanten wel btw verschuldigd zijn voor slagboomparkeren, tot een vorm van concurrentievervalsing. Op een totale parkeeropbrengst van ca. € 10 miljoen zou dat neerkomen op € 2,3 miljoen af te dragen BTW. De Hoge Raad heeft inmiddels uitspraak gedaan. Daarin is de essentiële rechtsvraag niet beantwoord maar de zaak is wel van tafel. Vooralsnog is het risico verdwenen.
Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteit. Met visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses wordt nader onderzocht of maatregelen noodzakelijk zijn. Hierbij wordt getoetst aan het bouwbesluit. Indien er niet wordt voldaan, wordt onderzocht op welke wijze er wel weer aan het bouwbesluit kan worden voldaan. Dit kan door het kunstwerk te vervangen, maar een aslastbeperking hoort in bepaalde gevallen ook tot de mogelijkheden. In 2020 worden 10 nieuwe risicoanalyses uitgevoerd en worden naar aanleiding van de resultaten van de risicoanalyse eventuele nadere onderzoeken uitgevoerd.
Programma 4 - Risico: Realisatie projecten huisvesting Onderwijs
Vervallen
In 2019 zijn goede afspraken gemaakt met schoolbesturen, die leiden tot een uitvoerbaar bouwprogramma.
Programma 5 - Risico: Beroep Bibliotheek Eindhoven tegen subidiebesluit SCE
Met de reparatie van de wettelijke grondslag voor de subsidieverstrekking van stichting Cultuur Eindhoven (SCE) is de casus Bibliotheek Eindhoven (BE) versus SCE een casus BE versus het college via SCE geworden. Hierover heeft de Commissie voor Bezwaarschriften (CvB) een advies aan het college van B&W gegeven. Het college heeft op basis van dit advies een Beslissing op Bezwaar (BoB) genomen. BE heeft de mogelijkheid tegen de BoB in beroep te gaan bij de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (ABRvS). Het financiële risico als BE gelijk zou krijgen bij de ABRvS is volgens SCE circa € 750.000. Formeel is dit nu een financieel risico voor het college waar het tot nu toe (alleen) een financieel risico voor SCE was.
Programma 5 - Risico: Exploitatie Tongelreep
Vervallen
Eind 2019 heeft het college een raadsvoorstel voor het project omvorming Tongelreep ter besluitvorming aangeboden. Met de het raadsvoorstel zijn genoemde risico’s sterk afgenomen en is er een keuze gemaakt m.b.t. de hoogte van het investeringsbedrag en bijbehorende kapitaallasten. Het genoemde risico kan derhalve vervallen.
Programma 5 - Risico: Kandinsky
Bestaand, schadekans: mogelijk
De rechtszaak inzake het betwist eigenaarschap van de Kandinsky is afgerond. Er is besloten om de nieuwe informatie van de claimanten aan te bieden ter beoordeling van de restitutiecommissie. We zijn momenteel in afwachting van het nieuwe bindende advies van de restitutiecommissie. Dit nieuwe advies kan net als bij het eerste advies allerlei, en mogelijk langdurige, juridische en financiële consequenties hebben. De huidige inschatting is dat het advies voor de zomer 2020 komt maar mogelijk stuit de commissie op nieuwe informatie wat tot vervolgonderzoek en daarmee mogelijke vertraging kan zorgen.
Programma 5 - Risico: Schade als gevolg van extreem weer
In de afgelopen 3 jaar is er regelmatig sprake geweest van schade als gevolg van droogte en stormen. Schade vindt plaats aan zowel bomen als beplanting, maar de gemeente maakt ook extra kosten voor het opruimen van de bomen en beplanting. Het maximale risicobedrag is gebaseerd op de schade van de afgelopen jaren. Naar verwachting zal extreem weer vaker voorkomen. Bij vervanging van beplanting en bomen wordt wel zoveel mogelijk rekening gehouden met risico's van droogte en stormen, zodat de nieuwe beplanting en bomen beter bestand zijn hiertegen.
Programma 5 - Risico: Sportbesluit BTW / Specifieke uitkering Sport
De btw-sportvrijstelling is m.i.v. 1 januari 2019 aangepast. Het betreft een aanpassing door het ministerie van Financiën op grond van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Hierdoor is het gelegenheid geven tot sportbeoefening door gemeenten weer vrijgesteld van btw. Dit kost de gemeente geld omdat ze de betaalde btw op onder andere investeringen in sportaccommodaties (alsmede onderhoud en exploitatie) niet meer als vooraftrek kan terugkrijgen van de belastingdienst. Vanuit het Rijk (ministerie VWS) is hiervoor compensatie opgenomen. De compensatie voor gemeenten gaat via de specifieke uitkering sport (SPUK Sport). Aangezien er landelijk een (maximaal) plafond geldt voor de compensatie via de (jaarlijkse) specifieke uitkering, wordt het onderwerp als risico aangemerkt. De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2019 vindt naar verwachting eind 2020/begin 2021 plaats. De aanvraag voor de specifieke uitkering sport 2020 wordt voor 1 maart 2020 ingediend. De vaststelling van de specifieke uitkering sport 2020 vindt naar verwachting eind 2021/begin 2022 plaats.Tot moment van (definitieve) vaststelling van de uitkering voor het betreffende jaar bestaat er vanwege het plafond onzekerheid of volledige compensatie plaatsvindt.
De gemeente Eindhoven en Stichting Ruimte (voorheen beheerder van een aantal gemeentelijke panden voor tijdelijk gebruik door creatieven) hebben in 2018 hun meningsverschillen voorgelegd aan de kantonrechter. Aanleiding was het besluit van de gemeente om de samenwerking met Stichting Ruimte te beëindigen. De kantonrechter heeft op 7 februari 2019 vonnis gewezen ten gunste van de gemeente. Stichting Ruime is in maart 2019 in hoger beroep gegaan en heeft een voorziening aangevraagd bij de voorzieningenrechter. De tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter wordt hierdoor opgeschort gedurende de looptijd van het hoger beroep. Het Hof heeft eind juli 2019 uitspraak gedaan, wederom ten gunste van de gemeente. Uitvoering van het vonnis van de kantonrechter mag doorgaan en hoeft de uitkomst van het hoger beroep niet af te wachten. We schatten de kans op een voor Stichting Ruimte succesvol hoger beroep in als zeer klein. Indien zij in hoger beroep toch in het gelijk wordt gesteld, is de impact voor de gemeente vooral dat dan alle lopende overeenkomsten rond tijdelijk ateliergebruik opnieuw moeten worden omgezet.
Programma 7 - Risico: Afval: leveringscontract Attero
Het geschil tussen Attero en de in de Vereniging van contractanten (VvC) verenigde Brabantse gewesten over de garantieplicht van aanlevering van brandbaar restafval over het jaar 2015 tot en met januari 2017 is tot een eindvonnis gekomen. Het eindvonnis geeft aan dat de Brabantse gewesten zijn verplicht tot het betalen van een naheffing van € 15 miljoen voor minder levering, waarvan € 5,1 mln voor de 21 gemeenten in MRE-verband. Er is door de Brabantse gewesten een procedure gestart bij het Gerechtshof om het vonnis te vernietigen. De Gemeente Eindhoven heeft binnen het aandeel restafval van de 21 MRE-gemeenten nagenoeg ongewijzigde hoeveelheden afval aangeleverd aan Attero. En stelt zich op het standpunt dat bij een succesvolle claim van Attero aan het MRE de bijdrage van de gemeente Eindhoven nihil is. Dat is tot nu toe ook steeds zo uitgedragen. Het gecalculeerde risico is gezien het voorgaande 0. De mogelijke claim zal volgens de gemeente Eindhoven dan ook betaald moeten worden door de overige regiogemeenten die in betreffende jaren minder afval zijn gaan aanleveren. Indien Eindhoven toch zou moeten meedoen in een regionale verdeling van de claim is het risico maximaal 1.5 mln. Binnen Eindhoven wordt voor deze vordering geen claim op de voorziening afvalstoffen gelegd.
Programma 7 - Risico: Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant (ODZOB)
In de kadernota van ODZOB werd voorgesteld om bij de vaststelling van de streefwaarde voor de algemene reserve geen rekening te houden met het risico dat bestaat uit het feit dat bezuinigingen bij gemeenten en provincie kunnen leiden tot minder opbrengsten bij de ODZOB. Aangezien dit risico meer in de invloedsfeer van de deelnemers dan van de ODZOB ligt, is voorgesteld om dit risico ook daar te beleggen en bij de vaststelling van de na te streven weerstandscapaciteit dit risico niet mee te nemen bij ODZOB. De deelnemers dienen als gevolg hiervan zelf in hun risicoparagraaf rekening te houden met dit risico van € 758.000 (netto). Dit bedrag is opgenomen in de goedgekeurde begroting van ODZOB voor 2020. Dit betekent voor Eindhoven een bruto risico van € 155.000. Daarbij is rekening gehouden met ons aandeel in de opbrengstenbegroting van ODZOB voor alle deelnemende gemeenten en provincie.
Er zijn voorstellen van Odzob in behandeling gebracht voor in 2020 benodigd additioneel budget ter voorbereiding van onder meer de Omgevingswet en efficiencyverbetering, in te regelen via de voorziening (icm de het resultaat van de Jaarrekening 2019) of een begrotingswijziging, Daarover volgt naar verwachting in maart 2020 besluitvorming.
Er is door negen gemeenten een Rekenkameronderzoek gestart naar Odzob.
Programma 7 - Risico: Programma Aanpak Stikstof
Bestaand, schadekans: mogelijk
Op 29 mei 2019 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De streep door het PAS heeft gevolgen voor tenminste 465 plannen in Eindhoven. De plannen hebben betrekking op woningbouw, bedrijventerreinen en infrastructuur. Voor deze plannen is het twijfelachtig of een bestemmingsplan kan worden vastgesteld of een vergunning worden verleend, omdat niet kan worden uitgesloten dat deze plannen een ‘significant negatief effect’ hebben op de Natura-2000 gebieden. Het is echter op dit moment nog niet in te schatten wat dit concreet betekent voor de ruimtelijke ontwikkelingen.
Programma 7 - Risico: Renescience
Bestaand, schadekans: mogelijk, risicobedrag: € 1,7 mln.
Er zijn voorbereidingskosten gemaakt voor de businesscase Renescience door de GR Cure. Deze voorbereidingskosten bestaan uit 2 componenten: enerzijds de voorbereidingskosten die betrekking hebben op de toepassing van de Renescience -techniek en anderzijds de voorbereidingskosten die betrekking hebben op onderzoek naar een biovergistingsinstallatie en een bewerkingsmethode. Deze voorbereidingskosten zijn niet gedekt.
In 2019 heeft de GR Cure de samenwerking met Orstedt om te komen tot de toepassing van de Renescience-techniek beëindigd. Dat betekent dat de GR Cure dit gedeelte van de voorbereidingskosten in 2019 als verlies heeft moeten nemen wat leidt tot een negatief vermogen van de GR Cure. Omdat op basis van de meerjarenbegroting van de GR Cure blijkt dat dit negatief eigen vermogen niet zonder extra bijdragen van de gemeenten kan worden ingelopen, hebben we een voorziening getroffen in de jaarrekening 2019 van Eindhoven ter grootte van het Eindhovense deel in het negatief EV van de GR Cure (€ 0,7 miljoen).
Over het andere gedeelte van de gemaakte voorbereidingskosten (biovergisting en bewerkingsmethode) lopen we nog het risico dat deze toekomstig ook tot een verlies gaan leiden. Op dat gedeelte heeft het risico van € 1,7 miljoen betrekking. In het coalitieakkoord is bepaald dat Eindhoven geen risicovolle participatie zal aangaan. Er wordt aangestuurd op het risicoloos aanbesteden van de biovergistingsinstallatie en een bewerkingsmethode. Als dit lukt zal een aanzienlijk gedeelte van deze voorbereidingskosten gedurende de looptijd van de businesscase (22 jaar) door huuropbrengsten terugvloeien, waardoor het financieel risico afneemt.
Programma 8 - Risico: Grondbedrijf – weerstandscapaciteit
Een toelichting hierover is terug te vinden in paragraaf 3g - Grondbeleid.
Programma 8 - Risico: Tivolikerk
Vervallen
De zaak is defintief afgesloten met het arrest van het Hof ’s Hertogenbosch, waarin DNC in het ongelijk is gesteld. DNC heeft verder afgezien van cassatie.