Vaste activa
Immateriële vaste activa
Algemeen
De immateriële vaste activa wordt gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en naar verwachting duurzame waardeverminderingen. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag. De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht en niet als zodanig geactiveerd.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Kosten van onderzoek en ontwikkeling bij grondexploitaties blijven uiterlijk 5 jaar geactiveerd
staan. Binnen die periode worden zij bij realisering van het actief overgeboekt naar het betreffende
actief of bij niet realiseren van het actief doch uiterlijk na 5 jaar afgeboekt ten laste van het
jaarresultaat.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling gerelateerd aan een investering in materieel vast actief wordt conform het BBV direct geactiveerd onder de materieel vaste activa
Bijdrage aan activa in eigendom van derden
De bijdrage worden geactiveerd voor het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met de afschrijvingen. Conform de vastgestelde financiële verordening (2019) worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
Omschrijving balanscode | Omschrijving soort activum | Levensduur Economisch nut | Levensduur Maatschappelijk nut | Toelichting |
Bijdragen aan activa in | Ondergrond Schoolgebouwen | Conform afschrijvingstermijn ondergrond in eigendom | ||
Schoolgebouwen | Conform afschrijvingstermijn schoolgebouwen in eigendom | |||
Overig | Conform afschrijvingstermijn activa in eigendom |
Materiële vaste activa
Algemeen
Waardering van de geactiveerde materiële vaste activa geschiedt op basis van de verkrijgingsprijs (inkoopprijs plus de bijkomende kosten) of tegen vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend).
Voorts kan worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het activum kan worden toegerekend).
Conform de financiële verordening 2019 activeren we activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 niet, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemden worden altijd geactiveerd. Activa met een levensduur van minder dan drie jaar worden direct ten laste van de exploitatie gebracht, tenzij wettelijk voor het betreffende activa anders is voorgeschreven. Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarden en de BTW op activa indien deze compensabel is volgens de Wet op het BTW-compensatiefonds activeren we eveneens niet.
Afschrijving vindt plaats op basis van de lineaire methode. Voor de investeringen ten behoeve van de afvalinzameling, parkeergarage KBC, biomassacentrales, krachtsportcentrum Tongelreep alsmede de nieuwbouw van de Effenaar, Parktheater, Dynamo en NatLab is de annuïtaire methode gehanteerd.
Indien de waarde van een actief duurzaam vermindert in enig jaar, is deze waardevermindering onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
Conform de vastgestelde financiële verordening (2019) worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
Omschrijving balanscode | Omschrijving soort activum | Levensduur Economisch nut | Levensduur Maatschappelijk nut | Toelichting |
Gronden en terreinen | Grond | Oneindig | Oneindig | Op grond wordt niet afgeschreven |
Sportparken | 25 | Kosten aanleg sportparken inclusief civiel technisch (park, verharding paden en riool plus alle velden). | ||
30/8-12 | Kunstgras en all weatherbanen. | |||
20/15 | Hekwerken 20 jaar en overige voorzieningen 15 jaar. | |||
30/15 | Verlichting: masten 30 jaar en armaturen 15 jaar | |||
50 | Tribune 50 jaar met renovatie na 25 jaar | |||
Voorzieningen aan parkeerterrein | 20 | 20 | Betreft openbare parkeerterreinen (omheiningen en blokkades) | |
Voorzieningen aan overige terreinen | 20-30 | 20-30 | Voorzieningen aan / bij bedrijfsgebouwen zoals buitenverlichting, hekwerk, fietsen-stallingen, beplanting *) | |
Begraafplaatsen | 50 | Aanleg (niet ondergrond, op grond wordt niet afgeschreven) | ||
Grond erfpacht | Grond erfpacht | oneindig | oneindig | Op grond wordt niet afgeschreven |
Gebouwen | Gebouwen | 50 | Kantoor- en bedrijfsgebouwen, sporthallen, zwembaden en watersport-accommodaties, kunstijsbaan, parkeergarage, kleedlokalen. | |
Gebouwen van hout | 15 | Noodlokalen, houten units (houten noodlokalen: levensduur 15 jaar, subsidie rijk) | ||
Bio-massacentrale (niet zijnde gebouw) | 20/10 | Feitelijke levensduur afhankelijk van | ||
Schoolgebouwen | 20/ 50 | Upgrade 20 jaar; transformatie en nieuwbouw 50 jaar | ||
Kwekerijen / kassen | 25 | |||
Jongerencentra, jeugdhonken, gem-eenschapshuizen | 40 | |||
Voorzieningen aan gehuurde gebouwen | Max 25 | Af te stemmen op de huurtermijn, maar niet langer dan 25 jaar. *) | ||
Verbouwingen | Max 25 | Tenzij de verwachte levensduur of huurtermijn van het gebouw korter is: dan daaraan koppelen. *) | ||
Achterstallig onderhoud en saneringen | Max 10 | 0 | Achterstallig onderhoud in openbare ruimte mag niet worden geactiveerd *) | |
Woonruimten | Woningen | 50 | Alleen gebouw. Op grond wordt niet afgeschreven | |
Grond- weg- en waterbouw-kundige werken | Havens, kanalen | 50 | ||
Rioleringen | 60 | |||
Beschoeiing van metaal | 80 | |||
Overige beschoeiing | 10 | |||
Bruggen en viaducten | 80 | |||
Verkeersinfrastructuur | 40 | Wegen, bestrating, fietspaden, voetpaden | ||
Verkeersvoorzieningen | 20 | Voorzieningen met uitzondering van verlichting. Bijv. drempels over middengeleiders | ||
Openbare verlichting: kabels en masten | 40 | |||
Openbare verlichting: armaturen en behuizing (evt. LED) | 20 | |||
Groeninrichting | 40 | Bomen en parkrenovaties | ||
Groenvoorzieningen | 10 | Parkmeubilair (o.a. banken en prullen-bakken) | ||
Overig groen | 20 | Hekwerken, bruggen hout, aanleg, herin-richting en renovatie | ||
Winkelcentrum Woensel | 25 | Bestrating en verlichting | ||
Gebied binnen de ring | 25 | Bestrating en verlichting | ||
Machines, installaties, meubilair en gereed-schappen | Installaties en inrichting van gebouwen | 15-30 | Liften, centrale verwarming, installaties van bedrijfsgebouwen *) | |
Inventaris en meubilair | Max 20 | Voor scholen geldt de rijksnorm *) | ||
Machines | Max 15 | Pompen, aggregaten, zaagmachines en compressen. Reprografie apparaten. *) | ||
Computer hardware, elektronische apparatuur | 3 | Hardware 3 jaar: (balie)printers en plotters, CPU’s, laptops, tablets, aanvullende beveiligingsapparatuur, beeldschermen/displays. | ||
4 | Hardware 4 jaar: laptops (raad), tablets (raad) en vaste PC’s | |||
5 | Hardware 5 jaar: netwerkapparatuur, printers/ multi-functionals, overige apparatuur (tenzij anders vermeld) | |||
6 | Hardware 6 jaar: servers & storage, gewone beeldschermen | |||
20/10/8 | Overig: computerruimte bouwkundig 20 jaar; Noodstroom, blusinstallatie, airco 10 jaar; inrichting 8 jaar | |||
Computer software | 3 | Beveiligingssoftware | ||
5 | KA- en lokale PC-applicaties, virtualisatie software en overige procesapplicaties | |||
7 | Grote proces-software | |||
Infrastructuur | 15/12 | Glasvezel 15 jaar, overige kabels in en tussen gebouwen 12 jaar | ||
Telefonie | 6 | (server based) telefooncentrale, telefoontoestellen | ||
Speeltuinen (toestellen) | 10 | Zwembad op speelterrein 20 jaar | ||
Parkeermeters, parkeerautomaten | 20 | |||
Verkeersregelinstal-laties | 15/30 | Verkeersregeltoestel incl verkeerslantaarns en detectielussen 15 jaar; grondkabels en masten 30 jaar. | ||
Containers (grof vuil standplaatsen) | 10 | |||
Containers (ondergronds bij flats) | 30/10/5 | Buitenbak 30 jaar, binnenbak en opbouw 10 jaar, elektronica 5 jaar | ||
Vervoers-middelen | Bedrijfswagens, tractie | 7 | Vrachtwagen, huisvuilwagen | |
Bedrijfswagens, tractie | 7 | Vrachtwagen, huisvuilwagen | ||
Personenauto’s, bestelauto’s | 7 | Dienstauto’s | ||
Overige vervoersmiddelen | 7 | Aanhangwagens |
*) Voor elke nieuwe investering wordt de exacte afschrijvingstermijn vastgesteld.
In erfpacht uitgegeven gronden
Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, worden gewaardeerd tegen zogenaamde registratiewaarde.
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Dit zijn bijvoorbeeld investeringen in rioleringen, begraafplaatsen en afval.
Investeringen met een economisch nut (excl. erfpacht)
Deze activa zijn verhandelbaar en/of kunnen bijdragen tot het genereren van middelen. Ze worden geactiveerd voor het bedrag van de investering, het zogenaamde bruto-activeren. Aftrek van eigen middelen (reserves) is niet toegestaan. Bijdragen van derden welke in directe relatie staan met het activum worden wel in mindering gebracht (netto-variant).
Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut (bijvoorbeeld wegen)
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur wordt afgeschreven. Volgens de nieuwe BBV-regelgeving moeten deze investeringen met ingang van 2017 worden geactiveerd, daarvoor was dit een keuze. De gemeente Eindhoven heeft er voor gekozen om deze met ingang van 2016 te activeren. De investeringen tot en met 2015 zijn direct ten laste van de exploitatie gebracht.
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen ug en (overige) uitzettingen zijn - tenzij hierna anders is vermeld - opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.
Vlottende activa
Voorraden
Grond- en hulpstoffen
Deze worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer sprake is van duurzaam lagere marktwaarde waarderen we de grond- en hulpstoffen af naar deze duurzaam lagere marktwaarde.
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
De als onderhanden werk opgenomen 'bouwgronden in exploitatie' worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde duurzaam lager is, dan wordt deze lagere marktwaarde als waardering gebruikt. Indien sprake is van een geprognosticeerd verlieslatend project wordt een voorziening getroffen voor de netto contante waarde. Deze voorziening wordt als waardecorrectie op bouwgrond in exploitatie verwerkt en jaarlijks opnieuw bepaald. Voor de kosten die aan de vervaardigingsprijs kunnen worden toegerekend wordt aangesloten op de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit betekent dat maximaal deze kostensoorten kunnen worden toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie, waarbij ten aanzien van de rente geldt dat alleen de rente over het vreemd vermogen wordt toegerekend en geen rente over het eigen vermogen. Voor Strijp-S wordt projectfinanciering toegepast.
In overeenstemming met BBV-regelgeving wordt winst uit grondexploitaties genomen als:
- Het resultaat op de grondexploitatie betrouwbaar kan worden ingeschat, én
- De grond (of een deelperceel) is verkocht, én
- Kosten zijn gerealiseerd.
Voor de grondexploitaties die aan deze drie voorwaarden voldoen wordt winst genomen gebaseerd op de door BBV voorgeschreven POC-methode.
Voor de berekening dient onderstaande formule te worden gehanteerd:
(gerealiseerde kosten / totale kosten) x (gerealiseerde opbrengsten / totale opbrengsten) = % POC
((geraamd eindsaldo – project specifieke risico's) x % POC) - eerder genomen tussentijdse winst= bedrag tussentijds winst nemen lopend boekjaar.
Gereed product en handelsgoederen
De voorraad gereed product en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de duurzaam lagere marktwaarde. Indien de marktwaarde duurzaam lager is, wordt een voorziening getroffen als waardecorrectie op de boekwaarde gereed product.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening (o.a. dubieuze debiteuren) in mindering gebracht. Deze voorziening is statisch bepaald op basis van geschatte inningskansen, evt. bijgesteld voor specifieke debiteuren die een specifiek risico kennen (dynamische methode).
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende activa
Overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vaste passiva
Eigen vermogen
Eigen vermogen wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Uitzondering hierop vormt de voorziening facilitaire grondexploitatie die is gevormd tegen netto contante waarde. Deze netto contante waarde wordt berekend middels de discontovoet die is voorgeschreven door de commissie BBV (Het streefpercentage van de ECB voor inflatie bedraagt 2%). Deze voorziening wordt gepresenteerd als correctie op de boekwaarde aan de activazijde van de balans (overlopende activa).
Vaste schulden
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke hoofdsom (nominale waarde), verminderd met de gedane aflossingen.
Vlottende passiva
Netto-vlottende schulden
De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende passiva
De overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.