Toelichting staat van baten en lasten

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

De algemene dekkingsmiddelen zijn verwerkt in het 'overzicht van baten en lasten in de jaarrekening'; de baten
lokale heffingen maken onderdeel uit van de taakvelden '061 OZB woningen', '062 OZB niet woningen' en '064
Belastingen overig', de overige dekkingsmiddelen zijn begroot en gerealiseerd binnen de taakvelden '05
Treasury', '07 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds' en '08 Overige baten en lasten'.  
Algemene dekkingsmiddelen worden nader gespecificeerd en toegelicht in bijlage 1 'Kerngegevens, algemene
gegevens en algemene dekkingsmiddelen'.

Toelichting algemene dekkingsmiddelen
De algemene dekkingsmiddelen vormen de basis om de uitgaven in het kader van de verschillende
programmaonderdelen te dekken. In het voorgaande overzicht is aangegeven uit welke onderdelen deze
algemene dekkingsmiddelen bestaan. Hieronder volgt voor de belangrijkste onderdelen een toelichting op het
verschil tussen het in 2019 begrote en gerealiseerde bedrag.

Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is
Het totaal van de lokale heffingen waarvan de besteding niet is gebonden bedraagt in de jaarrekening 2019
€ 75,4 miljoen. Dit is € 1,3 miljoen hoger dan begroot en kan verklaard worden door hogere belastinginkomsten (voordeel) op OZB niet-woningen (€ 746.000), Invordering belastingen (€ 241.000), Precariobelasting (227.000) en hondenbelasting ( 170.000). Op de dotatie aan de voorziening dubieuze belastingdebiteuren een nadeel van € 93.000.

Algemene uitkeringen
De uitkeringen uit het gemeentefonds vertonen een positief resultaat van € 3,2 miljoen.
Dit resultaat is exclusief de storting in de reserve gemeentefonds van € 1,9 miljoen.
Deze wordt op taakveld 0.7 algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds nader toegelicht zodat op het taakveld een resultaat na storting wordt gepresenteerd van € 1,3 miljoen.

Het resultaat van € 3,2 miljoen veroorzaakt door een nagekomen resultaat over het uitkeringsjaar 2017 van € 0,9 miljoen (nadelig). Voor 2017 is dit het gevolg van de definitieve vaststelling van statistieken. Voor het uitkeringsjaar 2019 zijn de gevolgen van de Decembercirculaire uitsluitend in de realisatie opgenomen. Een begrotingswijziging is op zo’n laat tijdstip niet meer mogelijk. We hebben bij de Decembercirculaire geld gekregen voor 9 incidentele onderwerpen, zoals de transitievisie warmte en energieloketten (samen € 1,8 miljoen voordelig). Ook voor het uitkeringsjaar 2019 zijn verdeelmaatstaven aangepast (€ 0,2 miljoen nadelig). De suppletieuitkering IUSD is tussentijds nagecalculeerd (€ 1,1 miljoen voordelig). De accressen zijn aangepast (€ 7,4 miljoen nadelig) en de ruimte onder het BCF-plafond is toegevoegd aan de algemene uitkering (€ 2,2 miljoen nadelig). We hebben in 2019 compensatie gekregen voor Loon- en prijsontwikkeling Sociaal Domein (€ 5,6 miljoen voordelig) en we hebben incidenteel extra middelen ontvangen voor jeugdhulp (€ 5,3 miljoen voordelig).

Dividend
Aan dividenden is in 2019 € 528.000 begroot. De werkelijk ontvangen dividenden bedroegen € 659.000.
De volgende deelnemingen keerden dividend uit, Eindhoven Airport (€ 96.000), Enexis (€ 74.000) en BNG
(€ 489.000). Het voordelige resultaat van € 131.000 komt door hoger uitgekeerde dividenden van Enexis en BNG.

Saldo financieringsfunctie
Het gerealiseerde renteresultaat is € 0,7 miljoen positief. De voordelige afwijking ten opzichte van gewijzigde begroting is met name het gevolg van lagere externe rentelasten. Er is geen lange financiering aangetrokken door minder investeringen. Ook is door de positieve rente op kasgeldleningen een niet begrote opbrengst gerealiseerd. Voor een nadere toelichting op het renteresultaat wordt verwezen naar de paragraaf financiering onderdeel renteresultaten.

Overige algemene dekkingsmiddelen
De commissie BBV heeft in 2016 de methode van berekening van de interne rente en de rente grondbedrijf voorgeschreven. Voor de berekening van de interne rente worden de rentekosten omgeslagen over de activa die integraal zijn gefinancierd. De interne rente  en de rente op reserves en voorzieningen zijn bij de begroting 2019 vastgesteld op 1,15%. Gedurende het jaar is berekend of de doorbelaste rentelasten in de realisatie niet meer dan 25% afwijken van de werkelijke netto rentelasten, met een te positief renteresultaat tot gevolg. Om hieraan te voldoen is de interne rente en de rente op reserves en voorzieningen gedurende het jaar verlaagd naar 1,0%, zowel in de begroting als realisatie. Daardoor valt het gerealiseerde renteresultaat van € 2,3 miljoen op het taakveld treasury binnen de in de BBV notitie gedefinieerde bandbreedte.

Onvoorzien
Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag van € 227.000 opgenomen voor onvoorziene lasten, voor niet begrote uitgaven die onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn. In 2019 is de post ingezet ter dekking van de kosten van een kwartiermaker en ondersteuner designmuseum-Futurelab (€ 60.000), tijdelijke kwartiermaker voor het realiseren van de (urban) sport projecten zoals beschreven in de Regio Deal (€ 82.000) en ter dekking van een gedeelte van de meerkosten jaarrekening 2018 die in 2019 tot uitdrukking zijn gekomen (€ 50.000). Daarmee resteert een bedrag van € 35.000 op de post onvoorzien.

Bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting

Door de relatief nieuwe wetgeving en daarbij horende grote onduidelijkheden is de VPB (vennootschapsbelasting) pas eind 2019 vastgesteld over 2017 voor een bedrag van 0,2 miljoen . O.b.v. een herziene fiscale positie eind 2019 wordt over de jaren 2016 tot en met 2019 nog een aanvullende VPB last van 0,6 miljoen verwacht. Samen geeft dit een nadeel van € 0,8 miljoen.

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
De in 2019 gerealiseerde toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves zijn toegelicht in de toelichting op de balanspost reserves in dit hoofdstuk. In hoofdstuk 2 zijn de afwijkingen ten opzichte van de begroting er taakveld toegelicht.