Jaarrekening 2019

Paragrafen

3c. Onderhoud kapitaalgoederen

Beleidskader

De gebouwenportefeuille omvat 487 gebouwen, waarvan 312 in gemeentelijk eigendom (peildatum 1 november 2019). Vanuit de verantwoordelijkheid als eigenaar verzorgt de gemeente het technisch, administratief en juridisch beheer van de in eigendom zijnde gebouwen, niet zijnde de panden waarvoor deze rol is ondergebracht bij derden, zoals de gemeentelijke parkeergarages, en de claimrechtscholen (onderwijspanden waarvan de eigendom bij het schoolbestuur ligt zolang de instelling het pand als school gebruikt). De eigen huisvesting kantoorpanden worden structureel beheerd en gerenoveerd vanuit een contract met het marktconsortium IMPULS! en vallen buiten ons reguliere beleidskader.

Conform de vastgestelde “Spelregels vastgoedbeleid” van 1 november 2016 hanteren wij Conditie Afhankelijk Onderhoud (NEN 2767) voor de permanente gemeentelijke gebouwen in de gebouwenexploitatie. Hierbij is tevens het minimaal onderhoudsniveau vastgesteld op conditie 3 ‘redelijk’.

Het vastgestelde conditieniveau 3 ‘redelijk’ is als volgt gedefinieerd:

  • Het verouderingsproces over de gehele linie is duidelijk op gang gekomen.
  • Functionele gebreken in de vorm van duidelijke tochtoverlast kunnen zich incidenteel tot plaatselijk onder normale omstandigheden voordoen. Functionele gebreken die vochtoverlast, onbruikbaarheid e.d. veroorzaken, mogen niet voorkomen.
  • Plaatselijk kunnen zich ernstige gebreken aan materialen en/of constructies voordoen zonder dat deze resulteren in functionele gebreken. Tamelijk ernstige gebreken zoals een duidelijke verwering kan plaatselijk tot regelmatig voorkomen. In totaliteit kan het element een zeer duidelijke vuilaanslag vertonen.
  • Het werk is als matig te typeren door de toepassing van kwalitatief matige materialen en/of duidelijke onvolkomenheden in ontwerp, detaillering, uitvoering e.d. Goed uitgevoerde en duurzame reparaties kunnen regelmatig voorkomen. Ook kunnen plaatselijk reparaties worden aangetroffen die slecht zijn uitgevoerd en/of zijn uitgevoerd met minder geschikte middelen.

Actuele staat van onderhoud

De actuele staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen die permanent bij ons in beheer zijn voldoet, conform het uitgangspunt, aan conditieniveau 3 (‘redelijk’). Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Enkel bij de panden die op de verkooplijst worden vermeld of gepland staan voor sloop, is er sprake van een lagere onderhoudsconditie, waarbij geldt dat verloedering niet acceptabel is.

Overzicht onderhoudsbudgetten

(x € 1.000,-)

Realisatie 2018

Prognose 2019

Realisatie 2019

Prognose 2020

Prognose 2021

Prognose 2022

Prognose 2023

Dagelijks onderhoud

2.271

2.282

2.406

2.217

2.127

2.169

2.169

Groot onderhoud

1.052

1.101

733

2.920

3.767

1.736

 1.784

Investeringen

610

1.879

977

4.060

4.879

633

3.994

Totaal

3.933

5.262

4.116

9.197

10.773

4.538

7.947

* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.

Toelichting

De realisatie van het onderhoud in 2019 is wat achtergebleven op de planning. Dit laat zich hoofdzakelijk verklaren door een tweetal factoren, te weten de uitvoering van de activiteiten vanuit Cultuur Totaal en de verduurzamingsopgave voor het gemeentelijk vastgoed.

De uitvoering van Cultuur Totaal bestaat uit investeringen en groot onderhoud voor de huurders/exploitanten van onze cultuurpanden, denk hierbij aan audiovisuele apparaten en de inrichting. Dergelijk ‘onderhoud’ heeft haar eigen planning en staat los van de conditiescores conform de NEN 2767, welke vastgoed gerelateerd is. Het werk voor Cultuur Totaal laat zich over het algemeen wat lastiger plannen, omdat de visie en wensen van de culturele instellingen hierbij leidend zijn. Dit zorgt ervoor dat de planmatige uitgaven (niet zijnde dagelijks onderhoud) veelal achterblijven op de planning, maar het heeft daarentegen geen effect op de algemene staat van onderhoud van onze panden. De gemeente is daarnaast aan de slag gegaan met het verduurzamen van de kernvoorraad van haar gemeentelijk vastgoed, waarvoor in de begroting 2019 een deel van de benodigde middelen beschikbaar zijn gesteld (SVV fase 1). Slim investeren houdt in dat de verduurzamingsactiviteiten en het planmatig onderhoud met elkaar in lijn worden gebracht. In de praktijk houdt dit in, dat een deel van de onderhoudsplanning voor deze panden wat naar achteren schuift zodat de voorbereidende activiteiten hebben plaatsgevonden en de bijbehorende contracten met leveranciers en huurders zijn afgesloten. Deze beperkte vertraging leidt niet tot grootschalig achterstallig onderhoud of verpaupering.

Deze pagina is gebouwd op 06/02/2020 15:53:45 met de export van 06/02/2020 15:50:53