Vlottende activa
Voorraden
Overzicht voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2018 | 31-12-2019 | |||||
Grond- en hulpstoffen | 14 | 14 | ||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 75.851 | 75.690 | ||||
- bouwgronden in exploitatie | 80.653 | 80.454 | ||||
- voorziening verliesgevende exploitatie | -5.879 | -5.946 | ||||
- overig | 1.077 | 1.181 | ||||
Gereed product en handelsgoederen | 6.685 | 15.998 | ||||
Voorraden | B31 | 82.550 | 91.702 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Toelichting onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per ultimo 2019 een saldo van € 75,7 miljoen. Binnen deze post zijn onder andere begrepen de in exploitatie genomen gronden. De boekwaarde hiervan bedroeg ultimo 2018 € 80,6 miljoen. Deze balanspost betreft de grondexploitaties waarbij de gemeente de in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen omvormt naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd. Ultimo 2019 was de boekwaarde van deze grondexploitaties € 80,4 miljoen (dit vóór aftrek van voorziening verliesgevende planexploitaties) en is met € 0,2 miljoen afgenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat bij diverse grondexploitaties de boekwaarde van de in eerdere jaren gemaakte kosten (bijvoorbeeld voor bouw- en woonrijp maken van de grond) is afgenomen door het realiseren van opbrengsten door verkoop van kavels en overige grondverkopen.
Ook dit jaar zijn de prospecties van de grondexploitaties herijkt. De verwachte eindwaarde van de grondexploitaties bedraagt circa € 43,3 miljoen en de verwachte netto contante waarde circa € 39,3 miljoen. Voor de bij de herijking gehanteerde parameters en uitgangspunten zie paragraaf grondbeleid. In de prospecties (toekomstige opbrengsten) zijn een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Hiervoor is een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende grondexploitaties (stand per 31-12-2019 € 5,9 miljoen) wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. De voorziening is contant gemaakt met de wettelijk voorgeschreven disconteringsvoet van 2%. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks minimaal met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken.
bedragen x € 1.000
Verloop- | 1-1-2019 | Vermeer- | Vermind- | 31-12-2019 | Geraamde | Geraamde | Verwacht | NCW |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bouwgronden in exploitatie | 80.655 | 26.348 | 26.549 | 80.454 | 144.070 | 267.828 | V 43.305 | V 39.271 |
De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen) van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van € 16,3 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf grondbeleid).
Tussentijds winstnemen
De totale tussentijdse winstneming bedraagt € 8,66 miljoen. Bij de berekening hiervan hebben we, evenals bij de berekening van de tussentijdse winst bij de jaarrekening 2018, de projectrisico’s buiten beschouwing gelaten.
Richttermijn maximale looptijd grondexploitaties 10 jaar
De commissie BBV heeft de richttermijn voor de maximale looptijd van grondexploitaties gesteld op 10 jaar. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken. Een gemotiveerde afwijking houdt in dat deze motivatie is geautoriseerd door de raad en verantwoord in de begroting en de jaarstukken. De motivatie moet tevens zijn voorzien van risico-beperkende beheersmaatregelen die de gemeente heeft genomen om de onzekerheden en risico’s die gepaard gaan met de langere looptijd te mitigeren.
De grondexploitatie Meerhoven (t/m 2030) heeft een looptijd langer dan 10 jaar. De raad heeft besloten om voor deze grondexploitatie gemotiveerd af te wijken van de richttermijn omdat voldoende risicobeperkende maatregelen zijn genomen die de onzekerheden en risico's gepaard gaande met de langere looptijd te mitigeren.
Voor verdere informatie over de risico beperkende maatregelen en grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.
Toelichting gereed product en handelsgoederen
Onder gereed product zijn panden opgenomen die bestemd zijn te verkopen. De boekwaarde van deze panden is conform voorschrift BBV bij de bestemming tot verkoop overgaan van materieel vast actief naar voorraden.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Overzicht uitzettingen met een renteypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een looptijd van 1 jaar of minder worden als volgt gespecificeerd:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
Vorderingen op openbare lichamen | 40.262 | 46.803 | |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | 533 | 662 | |
Overige vorderingen | 29.434 | 20.971 | |
Clientdebiteuren | 11.180 | 5.902 | |
Belastingdebiteuren | 2.154 | 1.488 | |
Overige debiteuren | 16.100 | 13.581 | |
Overige uitzettingen | 2 | 2 | |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | B11 | 70.231 | 68.439 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Toelichting vorderingen op openbare lichamen
De vordering bestaat uit een tweetal grote posten. Dit zijn de vordering op de fiscus inzake het landelijk BTW-compensatiefonds van € 41,2 miljoen en de vordering op het Rijk inzake de regeling BBZ (Bijstand Besluit Zelfstandigen) € 4 miljoen. Daarnaast staat er nog diverse kleinere vorderingen uit bij openbare lichamen voor in totaal € 1,6 miljoen.
Toelichting overige vorderingen
Algemeen
Eind 2019 was de stand van de overige vorderingen afgerond € 35 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. Inzake deze vorderingen is de inschatting dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. We corrigeren daarom de boekwaarde met een bedrag voor verwachte oninbaarheid (voorziening dubieuze debiteuren) van in totaal afgerond € 14 miljoen. Dit resulteert in een balanswaarde van € 21 miljoen. Deze voorziening dubieuze debiteuren wordt voor de drie componenten afzonderlijk bepaald. Onderstaand overzicht toont per component de boekwaarde eind 2019 voor de afzonderlijke componenten, de getroffen voorziening en de balanswaarde per 31-12-2019.
(x € 1.000) | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen |
---|---|---|---|---|---|---|
Cliëntdebiteuren | 21.780 | 10.600 | 11.180 | 15.444 | 9.542 | 5.902 |
Belastingdebiteuren | 2.500 | 346 | 2.154 | 2.032 | 544 | 1.488 |
Overige debiteuren | 19.600 | 3.500 | 16.100 | 17.280 | 3.699 | 13.581 |
Totaal overige vorderingen | 43.880 | 14.446 | 29.434 | 34.756 | 13.785 | 20.971 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Clientdebiteuren
De vorderingen op clientdebiteuren ontstaat vanuit de diverse soorten inkomensregelingen. De belangrijkste oorzaken zijn: terugvorderingen, fraudevorderingen, boetes, en geldleningen. We vormen een voorziening voor deze debiteuren omdat er een risico bestaat voor oninbaarheid van deze vorderingen. Mede op basis van ervaringscijfers blijkt dat het percentage van oninbaarheid ongeveer 52% bedraagt. De lagere omvang van de totale vordering op cliëntendebiteuren, waarbij het financiële risico bij de gemeente Eindhoven ligt, en de afboekingen van de vorderingen Focus en IFE met 1,5 miljoen euro, ten laste van de reeds eerder gevormde voorziening zijn de oorzaak van een lagere voorziening per ultimo 2019.
Belastingdebiteuren
De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Eind 2019 bedraagt de boekwaarde € 14,6 miljoen. Op dit openstaand saldo is een voorziening voor verwachte oninbaarheid getroffen van € 0,5 miljoen. Voor deze schatting is gebruik gemaakt van de ervaringscijfers uit het verleden (feitelijke oninbaarheid afgezet tegen de oorspronkelijke vorderingen). De voorziening voor dubieuze belastingdebiteuren is in 2019 met € 0,2 miljoen toegenomen t.o.v. 2018. Dit wordt veroorzaakt door oninbare vorderingen die ten laste van de voorziening zijn gebracht in 2019 (- € 0,2 miljoen) en de aanvullende storting per jaareinde (+0,4 miljoen).
Overige debiteuren
De boekwaarde van de overige debiteuren bedraagt per jaareinde € 17,3 miljoen. Een afname van € 2,3 miljoen ten opzichte van voorgaand jaar. Deze wordt met name veroorzaakt door een daling van het aantal openstaande vorderingen en de afloop van een enkele grote vordering van € 2 miljoen in 2019.
Voor dit openstaand saldo is een voorziening getroffen voor een bedrag van afgerond € 3,7 miljoen. De voorziening voor dubieuze debiteuren is net als voorgaand jaar bepaald o.b.v. de beste schatting. Uitgangspunt is de debiteurenstand per 31-12-2019. De betalingen tot en met 23 januari 2020 zijn in mindering gebracht. Voor het dan nog openstaande deel van de vorderingen is de voorziening bepaald. De debiteuren zijn gecategoriseerd naar ouderdom en per ouderdomscategorie is een percentage oninbaarheid bepaald (dynamische methode). In 2019 zijn de verwachte procentuele percentages voor oninbaarheid naar beneden bijgesteld op basis van een analyse over 2017 en 2018.
Voor enkele specifieke debiteuren (zoals pand P, Petri/tac, stichting ruimte, muziekgebouw) worden hogere percentages gehanteerd (statische methode) vanwege de bijzonderheid van de casus.
De voorziening is in 2019 met € 0,2 miljoen toegenomen. Deze mutatie laat zich verklaren door oninbare vorderingen die ten lasten van de voorziening zijn gebracht (- € 0,3 miljoen) en per saldo bijstorten in de voorziening voor verwachte oninbaarheid +(€ 0,5 miljoen).
Liquide middelen
Overzicht liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2018 | 31-12-2019 | ||
Kassaldi | 60 | 53 | |
Banksaldi | 18.053 | 6.111 | |
Overige liquide middelen | 2 | 0 | |
Liquide middelen | B12 | 18.115 | 6.164 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Schatkistbankieren
Eind 2013 is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Nieuwe beleggingen zijn niet meer toegestaan, maar oude beleggingen mogen worden aangehouden tot de einddatum. Eindhoven heeft geen structurele tegoeden (vrijvallende beleggingen worden ingezet voor de aflossing van leningen). Mocht een tijdelijk kasoverschot gemiddeld over een kwartaal boven de norm (€ 4,52 miljoen voor Eindhoven) uitkomen, moet dit afgestort worden bij de Staat. In 2019 is het saldo op de bankrekeningen onder de norm gebleven.
Schatkistbankieren | kw1 | kw2 | kw3 | kw4 |
---|---|---|---|---|
Limiet (norm) | 4,5 | 4,5 | 4,5 | 4,5 |
Gemiddeld saldo op bankrekeningen gedurende het kwartaal | 3,8 | 4,3 | 1,5 | 1,9 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Overlopende activa
Overzicht overlopende activa
De balanspost overlopende activa wordt als volgt onderscheiden:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2018 | 31-12-2019 | |||||
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel: | ||||||
- Europese overheidslichamen | 384 | 755 | ||||
- het Rijk | 466 | 284 | ||||
- overige Nederlandse overheidslichamen | 2.699 | 5.595 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen | 35.569 | 22.327 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen | 29.887 | 17.366 | ||||
Vooruitbetaalde bedragen | 5.682 | 4.961 | ||||
Overlopende activa | B21 | 39.118 | 28.961 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
Toelichting op de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
Onderstaand overzicht geeft een beeld van de nog te ontvangen inkomende geldstromen (subsidies) van projecten die mede gefinancierd worden door Europa, het Rijk en overige Nederland. De te ontvangen bedragen worden jaarlijks, volgens een vastgestelde methodiek, toegerekend naarmate de subsidiabele uitgaven worden gerealiseerd.
bedragen x € 1.000 | Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar 2019 | Toevoegingen | Ontvangen bedragen | Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar 2019 |
---|---|---|---|---|
Europese overheidslichamen | 384 | 563 | 191 | 755 |
Europese commissie deelname project SPEA | 301 | -40 | 72 | 188 |
Europese Unie interreg project Helium | 55 | 3 | 55 | 3 |
Europa SynchroniCity | 13 | 126 | 0 | 139 |
Europa Smart Impact | 15 | 0 | 15 | 0 |
Provincie NoordBrab Reg. Werkgelegenheid 2017 2018 *) | 0 | 338 | 0 | 338 |
Rock - Cultural Heritage | 0 | 12 | 0 | 12 |
KIC Urban Mobility Knowledge and Innovation Community | 0 | 123 | 49 | 74 |
het Rijk | 466 | 935 | 1.117 | 284 |
Belastingdienst energiebelasting | 77 | -77 | 0 | 0 |
Ministerie SZW BBZ | 31 | -31 | 0 | 0 |
Ministerie SZW project ESF begel. en onderst. jongeren | 66 | 0 | 66 | 0 |
Ministerie SZW project ESF onzichtbare jongeren | 35 | -35 | 0 | 0 |
Ministerie VROM SISA E3 | 103 | 0 | 0 | 103 |
Rijksdienst voor ondernemend Nederl.(RVO) subsidie Biomassacentrale | 154 | 1.026 | 1.004 | 175 |
Begeleiding ex-gedetineerden 2019 | 0 | 52 | 47 | 5 |
Overige Nederlandse overheidslichamen | 2.699 | 12.982 | 10.085 | 5.595 |
Gemeenten Jeugd DVO | 415 | -415 | 0 | 0 |
Gemeenten Jeugdzorgplus | 591 | -591 | 0 | 0 |
Provincie NoordBrab PvdH zwemstadion | 200 | 0 | 200 | 0 |
Provincie NoordBrab HOV traject | 312 | 12.959 | 8.814 | 4.457 |
Provincie NoordBrab Talking Traffic | 173 | 77 | 249 | 0 |
Provincie NoordBrab Mensgerichte Maatregelen | 14 | 9 | 23 | 0 |
Provincie NoordBrab Tracking en Monitoring | 19 | 1 | 0 | 20 |
Provincie NoordBrab C-ITS VRI-data ontsluitin | 53 | 0 | 53 | 0 |
Provincie NoordBrab Ontwikkelen gebied Blixem | 77 | 53 | 130 | 0 |
Provincie NoordBrab Bushaltes toegankelijk | 87 | -104 | -18 | 0 |
Provincie NoordBrab Fietstellers Eindhoven | 92 | 0 | 92 | 0 |
Provincie NoordBrab Implentatie OV concessies | 176 | -176 | 0 | 0 |
Provincie NoordBrab Eindafrekening Zuid Wille | 199 | 0 | 199 | 0 |
Grensinfovoorziening | 0 | 13 | 0 | 13 |
Voorwerk Passport 4 Work | 0 | 10 | 5 | 5 |
Services Holland Expat Center South / Brainport | 0 | 276 | 0 | 276 |
Fietsenstalling stationsplein Zuid | 0 | 192 | 150 | 42 |
Urban Sportpark Eindhoven 't Schoot | 0 | 115 | 0 | 115 |
Korte termijn maatregelen Neckerspoel | 0 | 240 | 0 | 240 |
Landschap van Allure | 0 | 258 | 0 | 258 |
Fietstellers | 0 | 16 | 0 | 16 |
Sneller en Beter naar Nul op de Meter | 0 | 108 | 64 | 44 |
Mensgerichte Maatregelen 2019 | 0 | 130 | 123 | 7 |
DU Regionale systeemanalyse projectondersteuning | 0 | 14 | 0 | 14 |
SOK Internationale Knoop XL (PNB) | 0 | 88 | 0 | 88 |
Provincie NoordBrab Reg. Werkgelegenheid 2017 2018 *) | 292 | -292 | 0 | 0 |
Totaal voorschotbedragen | 3.549 | 14.479 | 11.394 | 6.634 |
* Opgetelde bedragen kunnen afwijken i.v.m. afrondingsverschillen.
*) Per 31-12-2018 was deze vooruitontvangen subsidie gepresenteerd onder "overige Nederlandse overheidslichamen". Aangezien deze subsidie, waar de provincie ook aan bijdraagt, feitelijk een Europese subsidie betreft is deze nu geherrubriceerd onder "Europese overheidslichamen". Waardoor een verschuiving optreed van € 292.000.
Toelichting overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen ten laste van volgende begrotingsjaren
Overige nog te ontvangen bedragen
Het verschil in 2019 t.o.v. 2018 bij de overige nog te ontvangen bedragen betreft de uitkering gemeentefonds inzake de "stroppenpot" Sociaal Domein (€ 21,8 miljoen). Deze werd in januari 2019 ontvangen.
Daarnaast worden zijn onder de overige nog te ontvangen bedragen posten opgenomen vanuit verhuur, energie, servicekosten en parkeren. Hierin is een lichte daling te zien vanwege aangescherpt beheer op tijdige facturering.
Overeenkomstig het BBV zijn de vorderingen inzake faciliterend grondbeleid onder de overige nog te ontvangen
bedragen opgenomen en zijn uitgesplitst in verhaalbare en verrekenbare kosten. De verhaalbare kosten zijn
€ 3,892 miljoen (was 31-12-2018 € 3,008 miljoen). Voor het gedeelte wat hiervan op basis van een prognose naar verwachting niet verhaalbaar zal zijn, is een verliesvoorziening gevormd (stand per 31-12-2019 € 2,224 miljoen) en hierop in mindering gebracht. De verliesvoorziening was per 31-12-2018 opgenomen op de passiva zijde van de balans onder de voorzieningen en is per 31-12-2019 geherrubriceerd naar de overlopende activa.
De verrekenbare kosten zijn € 0,495 miljoen (was 31-12-2018 € 0,514 miljoen). De verrekenbare kosten waren per 31-12-2018 opgenomen onder de post overige vorderingen als onderdeel van de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar en zijn per 31-12-2019 geherrubriceerd naar de overige nog te ontvangen bedragen als onderdeel van de overlopende activa.
Vooruitbetaalde bedragen
Bij de vooruitbetaalde bedragen zijn dat de rente op de erfpachtconstructie met PSV (€ 0,8 miljoen), de betalingen aan crediteuren die per begin 2020 als dusdanig zijn gerubriceerd (€ 0,8 miljoen) en een vooruitbetaald bedrag van € 1,4 miljoen inzake de gemeenschappelijke regeling CURE .